In dit bericht vertelde ik al over de kano die ik graag op ware grootte wil gaan bouwen, namelijk de Selway Fisher Viking 16. Deze 4,70m lange kano is gebaseerd op de Prospector Canadese kano en heeft het uiterlijk van een Viking-langschip. De kano wordt gebouwd met behulp van de stitch-and-glue-methode. Deze methode schijnt eenvoudig te zijn en is daarmee geschikt voor de amateur-bootbouwer. Dat treft, want ik heb geen enkele ervaring met deze bouwmethode en met het bouwen van boten. Ook niet met het gebruik van epoxy trouwens, dus dat wordt interessant! De beschrijvingen in het bouwplan zijn gelukkig behoorlijk gedetailleerd, dus tijd om het gewoon maar te gaan doen en ervaren.
Let’s go!
Van dunhout zaagt men planken
De kano bestaat uit twaalf planken die moeten worden uitgezaagd uit multiplex platen. Het bouwplan adviseert platen van 4mm of 6mm dikte. Ik kom bij de bouwmarkt uit op platen met een dikte van 5,5mm, omdat 4mm me wel erg ‘zwabberig’ lijkt. Ik kies voor bio-interieurmultiplex van eucalyptushout in de afmeting 244cm x 122 cm. De totale planklengte van 4,70m kan dus niet in één keer worden uit één plaat worden gezaagd. Er moeten daarom steeds twee plankdelen met elkaar worden verlijmd. Gelukkig is de kano symmetrisch over zowel de lengte- als breedte-as. Hierdoor kan ik volstaan met één keer aftekenen en één keer zagen, door vier platen tegelijk. Voor het zagen gebruik ik een decoupeerzaag.

Hierna boor ik alvast de gaten aan de randen van de planken voor de tie-wraps waarmee de planken straks aan elkaar worden verbonden. Ik wil 2,5mm tie-wraps gaan gebruiken en boor daarom met een 3mm boor.

Uit vier identieke plankdelen worden twee planken vervaardigd door de planken aan beide zijden met enkele repen glasvezelband (5cm breed, 170g/m²) en epoxy (Fairpoxy laminating resin) aan elkaar te lijmen. Om er zeker van te zijn dat de planken goed uitgelijnd blijven heb ik de planken met een paar spijkers vastgezet op een onderliggende plaat waarop vuilniszakken liggen, zodat de epoxy er niet op kan hechten (tip uit het bouwplan).
De blauwe lijnen op het hout zijn overgenomen van het bouwplan en geven de plek aan waar straks de mallen moeten worden gepositioneerd.

Ik heb de planken op de grond gelegd, omdat ik al het epoxywerk graag in één keer wil uitvoeren. De losse planken nemen de hele vloer in beslag, met alle onhandige gevolgen van dien. Je kunt er nauwelijks meer omheen lopen. Is één zijde eenmaal klaar, dan moet je er bij het omdraaien van de planken rekening mee houden dat de uiteindes van de planken niet toevallig onder andere planken liggen (zie foto). De eenzijdige verbinding is bovendien nog best fragiel, dus moet het omdraaien wel met beleid. Tot overmaat van ramp had de buurman uitgerekend nu lekkage aan zijn afvoer. Het afvoerwater liep van zijn loods zo de mijne in, waardoor een deel van de planken enkele dagen in het water kwamen te liggen. Dit gebeurde in het herfstseizoen. De planken droogden daarna ook maar langzaam in de toch al vochtige loods.
Notities voor een volgende keer
- De stitch-and-glue-methode is vrij vergeeflijk voor kleine zaagfoutjes. Desalniettemin geldt: hoe strakker je zaagt, hoe minder je in een later stadium weer hoeft bij te werken. Laat je gedachten dus niet afdwalen tijdens het zagen (ahum).
- Het pakket van vier multiplex platen verschuiven bij het zagen vrij gemakkelijk ten opzichte van elkaar. Het aan de rand aan elkaar tapen van de platen voorkomt dit enigzins, maar wellicht zijn hier effectievere maatregelen voor (spijkers?).
- De platen zijn vaak in de bouwmarkt al wat vervormd vanwege hun geringe dikte. Met een beetje pech blijft deze vervorming terugkomen in de planken en dus in het eindproduct. Let er bij het kopen van de multiplex platen dus goed op dat de platen zo vlak mogelijk zijn.
- Leg hout nooit op de vloer neer, om te voorkomen dat vocht uit de vloer (of afvoerwater van de buurman) in het hout kan trekken.
In model brengen (stitch)
Met alle twaalf planken gereed is het tijd om de planken aan elkaar te stitchen met de tie-wraps. Om het geheel in de ontworpen vorm te dwingen maakt het bouwplan gebruik van een vijftal mallen: een middenmal, met aan weerskanten mallen van het type B en aan de uiteinden mallen van het type A.

Het bouwplan geeft geen uitgebreide werkwijze voor het stitchen, maar adviseert wel om de tie-wraps aanvankelijk niet te strak aan te trekken. In eerste instantie ben ik op de kop begonnen met alleen de middenmal en de B-mallen. Je krijgt dan al een aardig beeld van wat voor gevaarte het wordt! (letterlijk)

Om verder te kunnen stitchen, ook met de A-mallen erbij, heb ik de hele opstelling met enige hulp omgedraaid en op touwen laten rusten. De tip van de touwen vond ik op het Internet. Het zou helpen om de kano makkelijk te kunnen kantelen tijdens de bouw. Bovendien vangen de touwen schokken op als je per ongeluk tegen de kano aan stoot.

Het uitlijnen van de mallen ten opzichte van elkaar en het uitlijnen van de stevens van de kano gebeurt op het oog. Als hulpmiddel hierbij leg ik een lange lat precies op de middellijn op de bovenkant van de mallen (staat niet op de foto).
Naden verlijmen (glue)
Met alle tie-wraps op hun plek en goed aangetrokken wordt het tijd om de kieren tussen de planken te vullen met verdikte epoxy. Ik smeer eerst de kieren tussen de tie-wraps in. Uiteraard met de mallen er in want die geven op dit moment de kano als enige haar juiste vorm. Om de epoxy te verdikken gebruik ik katoenvezel en Stevathix in 50/50 verhouding. De verdikte epoxy heeft de consistentie van mayonaise.

Na het uitharden kunnen de mallen er uit en kunnen de tie-wraps worden losgeknipt en verwijderd. Een spannend moment, want ik heb geen idee of de epoxyverbindingen overal sterk genoeg zullen zijn.

Gelukt! En de epoxy blijkt sterk genoeg. Met alle tie-wraps verwijderd kan ook het restant van de kieren en de gaten voor de tie-wraps worden gevuld. De binnenzijde van elke steven krijgt een flinke ‘fillet’ van verdikte epoxy. Ook hier verdik ik de epoxy in eerste instantie tot mayonaise-consistentie. Helaas blijkt na het vullen van de eerste steven dat de epoxy heel langzaam zakt – als lava van een vulkaanhelling. Voor de andere steven verdik ik daarom de epoxy nog wat extra, totdat die een consistentie krijgt die meer lijkt op een wat stugge/droge pindakaas. Dat werkt een stuk beter!

De begint inmiddels al op de uiteindelijke kano te lijken, maar schijn bedriegt: er moet nog heel wat gebeuren. De volgende stap is om de naden aan de binnenkant te verstevigen met glasvezelband (5cm breed). Omdat de glasvezelband het oppervlak goed moet kunnen volgen moet ik op sommige plekken de vulling van de naden nog bijwerken. Schuren, ontvetten, vullen met epoxy, en herhaal. Daarna tamponeer ik met een kwast onverdikte epoxy in de glasvezelband op de naden. Niet teveel, anders kan de band gaan drijven op de epoxy.

Ik heb het gedeelte van de planken tussen de glasvezelband ook van een laagje epoxy voorzien. Eenmaal uitgehard voelt de kano al meteen een stuk meer regide. De gehele binnenzijde nu geschuurd, zodanig dat alle scherpe uitsteeksels van de glasvezelband verdwijnen. Dit is nodig voor de volgende stap, namelijk: de gehele binnenzijde (na ontvetten) voorzien van enkele lagen epoxy. Het was even wachten op een relatief koele zomerdag om in één keer door nat-op-nat deze lagen aan te brengen met een roller:

Na het uitharden blijk ik nog niet genoeg laagdikte te hebben, dus: nogmaals schuren – en wachten op een volgende niet al te warme zomerdag. In de tussentijd heb ik drie kant-en-klare zittingen besteld voor de kano. Ik heb alvast de gaten geboord voor de deuvels waarmee de zitjes aan de romp zullen worden bevestigd.

To be continued…
Notities voor een volgende keer
- Gebruik voor de ´fillet’ aan de binnenzijde van de stevens een flink verdikte epoxy, anders zakt de epoxy langzaam uit.